van leerdoel tot actie
Binnen de lerarenopleiding is levenslang en (levens)breed leren niet meer weg te denken. Er gaat veel aandacht naar professionalisering van leraren. Lerarenopleiders verwachten dit van de studenten die ze begeleiden en hebben hierin een belangrijke voorbeeldfunctie (‘Practice as you preach’).
Het intervisieconcept Eye Opener liet zich inspireren door het praktijkgericht actieonderzoek.
Ponte (2006) definieert actieonderzoek als een type onderzoek waar professionals via sociaalwetenschappelijke onderzoekstechnieken en strategieën reflecteren op hun eigen handelen in de context, en hun handelen in die context op een systematische wijze onderzoeken en verbeteren.
Zo formuleren de lerarenopleiders tijdens de begeleide intervisies van Eye Opener voor zichzelf een praktijkgerichte eigen onderzoeksvraag. We destilleren hieruit een leerdoel waarmee de lerarenopleider gedurende een bepaalde periode concreet aan de slag gaat binnen zijn stagebegeleiding.
Binnen het praktijkgericht actieonderzoek hebben - naast de onderzoekers - ook de betrokkenen een stem in wat er gebeurt; de onderzoeker kijkt naar hun wijze van handelen, de verandering en naar de uitkomsten (de Bruïne, Everaert, Harinck, Riezebos-de Groot, & van de Ven, 2011).
Vertaald naar Eye Opener gaan de stagebegeleiders het onderzoek voeren met oog voor de effecten van hun acties op de studenten die ze begeleiden. De mening en reacties van de studenten zijn hierin van cruciaal belang. Er is een wederkerige en wederzijdse relatie tussen de stagebegeleider en de student.
Het begeleid intervisieconcept Eye Opener streeft ernaar dat de deelnemers (lerarenopleiders) samen reflecteren over concrete acties binnen hun stagebegeleiding. Meer bepaald ligt de focus op het centrale thema: ‘omgaan met de diversiteit van de studenten binnen stagebegeleiding’.
Gedurende de begeleide intervisies activeren, motiveren en stimuleren de procesbegeleiders de lerarenopleiders om tot actie te komen. De actie die de deelnemer – lerarenopleider onderneemt, is steeds het vertrekpunt van de daarop volgende begeleide intervisie.
Dit vertaalt zich in volgende concrete stappen:
Het intervisieconcept Eye Opener liet zich inspireren door het praktijkgericht actieonderzoek.
Ponte (2006) definieert actieonderzoek als een type onderzoek waar professionals via sociaalwetenschappelijke onderzoekstechnieken en strategieën reflecteren op hun eigen handelen in de context, en hun handelen in die context op een systematische wijze onderzoeken en verbeteren.
Zo formuleren de lerarenopleiders tijdens de begeleide intervisies van Eye Opener voor zichzelf een praktijkgerichte eigen onderzoeksvraag. We destilleren hieruit een leerdoel waarmee de lerarenopleider gedurende een bepaalde periode concreet aan de slag gaat binnen zijn stagebegeleiding.
Binnen het praktijkgericht actieonderzoek hebben - naast de onderzoekers - ook de betrokkenen een stem in wat er gebeurt; de onderzoeker kijkt naar hun wijze van handelen, de verandering en naar de uitkomsten (de Bruïne, Everaert, Harinck, Riezebos-de Groot, & van de Ven, 2011).
Vertaald naar Eye Opener gaan de stagebegeleiders het onderzoek voeren met oog voor de effecten van hun acties op de studenten die ze begeleiden. De mening en reacties van de studenten zijn hierin van cruciaal belang. Er is een wederkerige en wederzijdse relatie tussen de stagebegeleider en de student.
Het begeleid intervisieconcept Eye Opener streeft ernaar dat de deelnemers (lerarenopleiders) samen reflecteren over concrete acties binnen hun stagebegeleiding. Meer bepaald ligt de focus op het centrale thema: ‘omgaan met de diversiteit van de studenten binnen stagebegeleiding’.
Gedurende de begeleide intervisies activeren, motiveren en stimuleren de procesbegeleiders de lerarenopleiders om tot actie te komen. De actie die de deelnemer – lerarenopleider onderneemt, is steeds het vertrekpunt van de daarop volgende begeleide intervisie.
Dit vertaalt zich in volgende concrete stappen:
stap 1: het formuleren van een concreet leerdoel (Van de Putte, et al., 2010)
|
stap 2: het opstellen van de Goal Attainment Scale (GAS) (Dekkers, de Vliet, Eilander, & Steenbeek, 2011)
|
stap 3: komen tot acties
|
Het leerdoel is een doel:
Het is voor de deelnemers van belang om het leerdoel te bespreken met verschillende personen. Er wordt hen aangeraden erover te praten met collega’s, studenten, … en zich te laten inspireren. Voorbeeld “Ik, als stagebegeleider, laat de studenten bij een korte nabespreking na een stageles meer zelf mondeling reflecteren.” |
De GAS kan ondersteunen om het leerdoel meetbaar te maken, vooruitgang zichtbaar te maken en het leerdoel verder te concretiseren. De deelnemer noteert hiervoor een variëteit aan uitkomsten op een 5-punten Likertschaal (van de slechtste denkbare tot de beste uitkomst). Het is belangrijk dat dit vóór het formuleren van de acties gebeurt. Zo kan de deelnemer gemakkelijk aftoetsen of de uitgevoerde actie(s) die hij in stap 3 formuleert het vooropgestelde doel nastreven. De GAS maakt de resultaten van de acties concreet zichtbaar en meetbaar.
De GAS wordt gebruikt:
Voorbeeld |
De acties:
Bij Eye Opener blijven we focussen op het centrale thema: ‘hoe gaan we als lerarenopleider om met de diversiteit van onze studenten binnen de stagebegeleiding?’. Het leerdoel, dus ook acties, moeten de stagebegeleider sterker maken om gericht aan de slag te gaan met de diverse studentenpopulatie binnen stagebegeleiding. Voorbeeld |